Er zijn twee groepen hoofd- en halskankers. De eerste en meest voorkomende groep omvat kankers van de mondholte, keelholte en het strottenhoofd. Deze vormen 90% van de gevallen en worden aangemoedigd door tabak, alcohol of virale infecties zoals het humaan papillomavirus. De overige 10% zijn zeldzame tumoren in de neusholten, sinussen of speekselklieren.
Hoofd- en halskankers, die zeldzamer zijn bij vrouwen, vertegenwoordigen ongeveer 7% van de kankers bij mannen. In België schommelt de jaarlijkse incidentie tussen 1.500 en 2.000 nieuwe patiënten.
Hun behandeling is complex. Het hangt af van de kenmerken van de tumor, die de keuze bepalen tussen chirurgie, radiotherapie en nieuwe medicijnen die specifiek gericht zijn op de kanker.
Dit project is gericht op het identificeren van mechanismen van resistentie tegen geneesmiddelen die in de klinische praktijk worden gebruikt en op het identificeren van potentiële nieuwe therapeutische doelwitten.
Het laboratorium gebruikt momenteel experimentele tumormodellen die ontworpen zijn om de tumor van de patiënt na te bootsen in een muis. Ze hebben een morfologisch uiterlijk en biologische kenmerken die dicht bij de oorspronkelijke tumor van de patiënt liggen. Ze zijn van onschatbare waarde voor het identificeren en valideren van therapeutische doelen en voor het evalueren van nieuwe antikankermiddelen en de bijbehorende biomarkers. Deze studie bepaalt het resistentiemechanisme zodat de oorsprong van resistentie kan worden geïdentificeerd en een nieuw therapeutisch doelwit kan worden gevonden.